Rhys staarde even door het raam van de auto naar buiten. Het telefoontje dat hij had gekregen in het midden van de nacht had er meteen voor gezorgd dat hij in zijn zwarte Aston Martin was gesprongen en naar de plaats van het gebeuren was gereden. Aangekomen op de plek was hij de enigste nog die er was. Voorzichtig tilde hij haar op en legde hij haar op de achterbank van de wagen. Ergens leek dit niet het werk van Andrew, maar het huis had maar een merker en yeah het moest hem wel zijn. Maar dat zou hij later wel uitzoeken als het meisje, Lilith wakker was, of beter gezegd als ze in het huis waren aangekomen en ze een beetje had kunnen bekomen van de gebeurtenissen van vannacht. In alle rust wandelde hij naar het portier van de wagen stapte in en vertrok. Snelheid maakte hij niet. Dit was misschien een noodsituatie, maar ze zou zich al beter gaan voelen nu ze in de aanwezigheid was van een volwassen vampier.
Zodra hij de oprit op was gereden stond er al meteen iemand klaar om haar over te nemen en naar de ziekenzaal te brengen. Rhys zelf, zette zijn wagen op de plek waar hij eerder had gestaan en trok zich even terug in zijn kamer. Daar verfriste hij zich een beetje met wat water. Meestal was het niet zijn taak om nieuwe leerlingen te gaan halen, kwamen ze uiteindelijk van zelf wel naar hier. Maar hij had geen les gehad, en het telefoontje had echt dringend geklonken dus yeah dan was het maar beter dat hij ging. Voor kort staarde hij naar het embleem op zijn zwarte shirt. Nyx of Nux die met haar armen omhoog, met in haar handen een stuk van de maan. Moge die over Lilith waken. Meteen ging hij weer terug naar de ziekenzaal en daar werd hij ingelicht door de vrouw die haar net was komen halen. “Ze is bewusteloos geslagen, niet omdat ze het niet meer aan kon, maar om een andere reden. Volgens mij waren we net op tijd, want als ze was wakker geworden, lag ze volledig in de handen van Nyx.” Rhys knikte op haar woorden. Een zucht schoof over zijn lippen. ‘Ze zal zich hier snel gaan thuis voelen.’ Glimlachte hij vriendelijk. Zijn stem klonk zo zacht, maar ze was perfect hoorbaar voor andere vampiers. De man besloot te wachten tot ze zou wakker worden, hij greep een random stoel en zette zich daarop neer. Lang kon het niet duren, toch?
Blijkbaar dus wel, de zon zou al bijna gaan op komen wanneer haar stem klonk. Meteen stond hij op en ging hij naast haar bed staan. Hij legde zijn zachte hand even op haar voorhoofd, er leek niets mis te zijn. De man richtte zijn helderblauwe ogen op haar gezicht en liet een vriendelijke glimlach zien. ‘Maak je geen zorgen Lilith. Je bent veilig in het huis van de nacht, er kan je niets meer gebeuren. Ik ben Rhys, en ik zorg er voor dat je je hier goed voelt.’